Fenex en de vernietiging van Gedion

Het klinkt als een bijbels verhaal of een Middeleeuwse sage, maar de strijd over de vernietiging van Gedion speelde zich af in 2012. Voor de Haarlemse rechtbank werd geschermd met de Fenex condities, maar de rechtbank nam de eigenaar van Gedion in bescherming en veegde de Fenex condities van tafel.

Gedion is/was een schilderij van kunstenaar Daniel Richter. Een kunstverzamelaar koopt het schilderij eind 2010 en geeft Kortmann Art Packers & Shippers mondeling de opdracht tot het transporteren en opslaan ervan. Zij hadden al vaker samengewerkt. Tijdens een goedbedoelde opruimactie stuitte een medewerker van Kortmann op een grote kist. In de veronderstelling dat deze leeg was en om hem in een container te laten passen reed de medewerker een aantal keren met een vorkheftruck in op de kist. Gedion stierf in dat houten harnas.

De kunstverzamelaar stelde Kortmann aansprakelijk voor de schade. Over de exacte hoogte van de schade wordt nog getwist (volgens experts was de waarde van Gedion namelijk ruim 2 ton hoger dan de prijs die in 2010 voor het schilderij is betaald), duidelijk is in ieder geval dat deze aanzienlijk is. Ter afwering van zijn aansprakelijkheid, doet Kortmann een beroep op de Fenex condities en de daarin opgenomen kilolimiet. Ik heb begrepen dat Gedion circa 60 kilogram woog, in welk geval de aansprakelijkheid bij toepassing van de kilolimiet beperkt zou blijven tot EUR 277. Klik hier of hier voor meer over kilolimieten.

De kunstverzamelaar betwist dat de Fenex condities van toepassing zijn. Daarover is nooit gesproken, laat staan dat de toepasselijkheid overeengekomen is. Kortmann brengt daar tegenin dat er er al sinds jaar en dag een verwijzing naar de Fenex condities op zijn facturen staat. De kunstverzamelaar heeft al tal van die facturen onder ogen gekregen en er kan dan ook redelijkerwijs van worden uitgegaan dat hij wist dat Kortmann de Fenex condities hanteerde. De kunstverzamelaar heeft hier nooit bezwaar tegen gemaakt en heeft hier aldus stilzwijgend mee ingestemd, aldus Kortmann.

Volgens de Haarlemse rechtbank is voor deze vorm van stilzwijgende acceptatie alleen plaats bij bestendige handelsrelaties tussen ondernemingen. Omdat de kunstverzamelaar als consument heeft gecontracteerd is van een dergelijke relatie geen sprake. Kortmann kan zich dus niet beroepen op de Fenex condities en hij is aansprakelijk voor de gehele schade.

Ik plaats twee kanttekeningen bij deze uitspraak:

  1. het is niet duidelijk waar de rechtbank op baseert dat in bestendige consumentenrelaties geen plaats is voor stilzwijgende acceptatie. Ik zou in die zin dan ook niet teveel waarde willen toekennen aan deze uitspraak.
  2. in dit geval is de opdrachtgever een kunstverzamelaar. De grens met een kunsthandelaar lijkt mij vaak niet helder te trekken. In het laatste geval is wel sprake van een onderneming, zelfs als deze niet is ondergebracht in een vennootschap. Zou het oordeel anders zijn geweest als de verzamelaar feitelijk een handelaar was?

Mijn kanttekeningen laten onverlet dat de uitspraak het belang van het expliciet van toepassing verklaren van algemene voorwaarden maar weer eens onderschrijft. Door de toepasselijkheid vooraf (in offertes/schriftelijke overeenkomsten) vast te leggen voorkom je deze discussie.

Meer weten of goed gebruik van algemene voorwaarden? Neemt u dan gerust een contact op.

Deel dit artikelShare on LinkedInTweet about this on TwitterShare on FacebookShare on Google+Email this to someone

< >